De Nazi LebensBorn in België
Het doodgeboren SS Nazi ideaal van de Lebensborn als symbool van het falen van een productieve raciale nataliteitspolitiek tegenover het moorddadig succes van de raciale uitroeiingspolitiek.
Auteursrecht : VlaamseGeuzen.be
Indien je opmerkingen of bijkomend materiaal hebt of een ander interessant verhaal zijn we altijd geïnteresseerd vlaamsegeuzen@protonmail.be of DM ons op Twitter @v_geuzen (versie maart 2023)
De SS waren binnen de Nazi een aparte militaire structuur, zelfs een volwaardige staat (volgens sommigen oppermachtig en maffioos) die ook kenmerken hadden van een sekte en zich beschouwde als een superieure kaste van een nieuwe elite die het duizendjarige Nazi rijk steeds van nieuw vers zuiver bloed moet voorzien. Men moet dus een onderscheid maken tussen de collaboratie met de Nazi en deze met de SS en aanverwante organisaties want daar men over deze laatste nog een discussie kan hebben is het bij een collaboratie met de SS zonder enige twijfel duidelijk dat dit een extreme vorm van collaboratie is met de meest fanatieke en moorddadige organisatie binnen de Nazi beweging. De Vlaamse Collaborateurs die in het Oostront gingen vechten of ervoor rekruteerden deden dit met de SS en niet met de 'gewone' Duitse Wehrmacht maar die nochtans ook erg doordrongen was van de Nazi ideologie en Nazis had in haar kaderleden en onder haar soldaten.
Dit uiterst fanatiek geloof van de SS uitte zich niet alleen in de uitmoording en vervolging van joden en andere bevolkingsgroepen en verzetsstrijders maar tevens in initiatieven waarbij men probeerde om 'het Arische ras zuiver en gezond te houden' door zowel euthanasie (150.000 slachtoffers) als Lebensborn met haar slogan 'Gutes Blut – Ewige Quelle' (Goed Bloed – Eeuwige Bron). Het belangrijkste ideaal volgens Himmler was om van de SS een bloedgemeenschap te maken die 'het beste materiaal van Duitsland' vertegenwoordigsz en waarin elke degeneratie onmogelijk moet worden gemaakt.
Het grote probleem bij het historisch onderzoek over het Lebensborn programma is dat kort voor de einde van de oorlog de SS systematisch heel veel archieven hierover werden vernietigd iedere keer een dergelijke Lebensborn kliniek werd ontruimd alsook toen ze uiteindelijk moesten vluchten uit het administratief hoofdkwartier in München.
Het is de thesis van de jonge historicus Georg Lilienthal in 1985 over de geneeskunde onder het Nazi regime dat voor het eerst het onderwerp onder de aandacht kon brengen maar het bleef een taboe en werd niet overgenomen door de pers. Het was slechts de populaire publicatie van zijn thesis in boekvorm in 1994 dat de stilte doorbrak. Voordien waren er wel al films en boeken die een sensationele of romantische versie toonden van Lebensborn zoals de film 'Lebensborn' van Arthur Brauner in 1961
In 2008 opende de Service International Research (SIR) van het Internationale Rode Kruis haar archieven in Bad Arolsen (Hesse Landern) over WOII waarna journalisten en onderzoekers nieuwe informatie konden vinden of oude verifiëren. Ze bewaarde het er trouwens in de 6 gebouwen van een Gestapo kazerne met het grootste internationale archief over de slachtoffers van het Nazi regime. Hier bevinden zich 50 miljoen gegevens over 17,5 miljoen personen.
Dit artikel is gebaseerd op een verzameling gratis online bronnen en artikels uit de pers. We hadden geen toegang tot de boeken of uitgebreide onderzoeken. Deze bevatten meestal allemaal wel verschillende andere aspecten en details (soms uit de vernoemde boeken) waardoor dit een knipselwerk is geworden van een heel pak bronnen (soms drie in 1 zin). Alle gebruikte bronnen werden in een folder verzameld die kan worden opgevraagd door onderzoekers alhoewel al deze artikels vrij te vinden zijn op het internet (al kan dit verschillende uren in beslag nemen).
Frida Lyngstadt van Abba is het meest gekende slachtoffer van Lebensborn.
Enkel het Zuiver Ras van de SS kan het zuivere Nazisme beschermen
Volgens Himmler zijn er verschillende rasproblemen die de zuivere nataliteit van het Duitse rijk bedreigen. Volgens Himmler kon het duizendjarige rijk maar overleven als een Arisch Ras van 120 miljoen mensen in het hart van Europa leefde. Tevens stelde had hij 400.000 kinderen nodig om de verloren soldaten op termijn te kunnen vervangen. Hij stelt dan ook een uitgebreid programma van natalisme voor waarbij men door medische ingrepen en een centraal beleid het geboortecijfer en vooral het nuttige soort geboortes wilt stimuleren.
In 1931 richtte SS Reichsführer Heinrich Himmler daarom het Bureau voor het ras en de herbevolking RuSHA op (Rasse und Siedlungshauptamt) dat eerst geleid wordt door Richard Walther Darré. Je kan immers geen beleid voeren als je niet de mensen en de instellingen hebt om ze uit te voeren. In 1935 wordt de dienst gepromoveerd tot een centrale dienst. In hetzelfde jaar werd Himmler hoofd van alle politiediensten in Duitsland en worden de raciale jodenwetten goedgekeurd. Hierdoor waren vb huwelijken tussen Duitsers en Joden verboden. De SS zal vanaf dan een centrale rol spelen in het vormgeven van het raciale Nazi Duitsland.
In 1938 werd Darré ontslagen en opgevolgd door eerst SS-Gruppenführer Günther Pancke en daarna door SS-Gruppenführer Otto Hofmann. In 1940 verhuisde de instelling naar Berlijn naar de Herzog-Max-Strasse (3 tot 7) waar vroeger de grote Synagoog stond die in brand werd gestoken tijdens Kristallnacht. In 1943 nam SA-Gruppenführer Richard Hildebrandt de RusHa over maar de dienst zal zich op termijn meer ging bezighouden met de controle van de raszuiverheid van de SS huwelijken en de sociale zekerheid van de SS soldaten. Het ging dan al veel minder goed in de oorlog waardoor de lange termijnplannen beperkter worden.
Lebensborn zelf werd door Himmler in 1935 binnen de RuSHA opgericht. Zij zal voor raszuivere kinderen zorgen als hun moeder haar kind wil afstaan aan de SS. De organisatie werd gefinancierd met 'vrijwillige' bijdragen van het SS officierenkorps. Vanaf eind 1940 nam Himmler trouwens de leiding van het programma zelf in handen en volgde vb zelfs persoonlijk de gezondheidstoestand van de baby's op. Hij kon enorme woede aanvallen krijgen als een baby overleed.
Het raciale SS wou in de eerste plaats het eigen 'elite korps' het volledig raszuiver van en pas nadien het Duitse Ras en de Noorse volkeren die ze bezetten. Ze vermoorden er de andere rassen die dit 'zuiver ras' zouden kunnen besmetten of een numerieke bedreiging konden vormen. Daarvoor werden programma's uitgewerkt zoals het raciaal zuiveren van Oost-Europa (Lebensraum) en de endlosung.
Voor het nodige medische personeel moest Himmler niet ver zoeken. De nazi's konden immers rekenen op de vrijwillige medewerking van 70% van het geneesherenkorps voor hun raciaal onderzoek en beleid.
De belangrijkste taak was de controle van de raszuiverheid van het eigen Nieuwe Elite SS korps. Die zal over de jaren trouwens nog belangrijker worden.
Men kon niet zomaar bij de SS komen en zeker niet zomaar officier worden. Dit werd voorafgegaan door een heel lang verificatieproces. Men moest eerst zijn Arische afkomst van zijn stamboom vanaf 1800 (voor officieren was dat al vanaf 1750) bewijzen waarna een medisch onderzoek werd uitgevoerd door de Rassenprüfer (de rassenbewijzers) waarbij zelfs rekening werd gehouden met dingen zoals de omvang van het hoofd en de grootte van de neus. Gezien deze officieren werden aangemoedigd om zich zo vaak als mogelijk te vermenigvuldigen met zuiver Germaanse vrouwen moesten ze zelf natuurlijk zo raszuiver mogelijk zijn.
Een logisch gevolg hiervan was de studie van het Eugenisme en rassenkunde waarbij men door o.a. DNA manipulatie de gezondheid van de baby's wou versterken. Men deed onderzoek naar de verschillende raskarakteristieken. Men wou zo de karakteristieken verfijnen die de ouders moesten hebben om het label raszuivere baby's te krijgen. In 1943 experimenteerde de SS met artificiële bevruchting maar de resultaten gaven niet de verhoopte resultaten en werden snel gestopt.
De meest bekende en beruchte werknemer op deze afdeling van de RuSHA was Mengele. Hij was gedurende enkele maanden verantwoordelijk was voor Genetische Gezondheid. Hij werd nadien verantwoordelijk voor de selectie van de slachtoffers van de gaskamers in Auschwitz waar hij ook dodelijke medische experimenten op mensen uitvoerde.
Een andere belangrijke opdracht van Lebensborn was het bevorderen van de zuiver Arische voortplanting door enerzijds het beperken van het aantal abortussen en anderzijds het bevorderen van het aantal geboortes, zelfs al was dat buiten het heilige gezin. Lebensborn moest zo vermijden dat 'geen enkele druppel zuiver Arisch bloed verloren zou gaan' aldus dokter Gregor Ebner, het eerste hoofd van de Medische Diensten van Lebensborn SS.
Wanneer leden van de SS buiten het huwelijk kinderen wilden of hadden moest ook die vrouw voldoende zuiver Germaans zijn. Slechts 40% van de aanstaande moeders die zich aanboden voor adoptie door de SS werden weerhouden na het raciaal onderzoek. Deze alleenstaande vrouwen maakten wel een meerderheid uit van de vrouwen die werden ingeschreven in het Lebensborn programma. Himmler heeft trouwens zijn officieren aangemoedigd om ook andere vrouwen dan hun echtgenoot zwanger te maken al moest hij zijn officiële campagne hiervoor onder luid protest weer intrekken. Het was immers totaal in strijd met de campagnes tegen de zedeloosheid en voor de zin van het gezin. Himmler had zelf 2 buitenechtelijke kinderen.
In het begin waren deze kraamklinieken ook ontmoetingsplaatsen voor Germaanse vrouwen en SS officieren die samen een kind willen maken. In sommige artikels wordt naar de Lebensraam en andere kraamklinieken verwezen als naar SS bordelen (SS-Edelbordelle) maar andere artikels stellen dat dit geruchten zijn.
Vooral in Noorse landen zoals Noorwegen (vanaf 1940) wou Himmler dat de SS officieren zich vermenigvuldigden met het fiere Viking Ras waarvoor hij een grote fascinatie had. Zo'n 12.000 kinderen van zo'n 8000 Noorse vrouwen en Duitse vaders werden er geboren. De archieven konden niet vernietigd worden en de Noorse regering had deze dus in handen na de bevrijding. Tussen 1945 en 1950 was er een soort 'moral panic' over deze kinderen en nam de regering drastische maatregelen. Deze kinderen werden na de oorlog gediscrimineerd en sommige werden in psychiatrische instellingen gestoken omdat de regering vreesde dat ze als Nazi besmette zombies een 5e colonne zouden worden. De moeders en kinderen werden ook in grote kampen opgesloten, zogenaamd om geslachtsziekten te bekampen. Veel moeders verloren hun jobs of werden lang opgesloten zonder enige duidelijke reden. In 1945 moesten veel vrouwen met kinderen het land verlaten wegens een tijdelijke Wet op het Huwelijk in Noorwegen zodat vrouwen die huwden of getrouwd waren met een Duitser onmiddellijk de Noorse nationaliteit verloren. Velen vluchten hierna naar Duitsland. Maar de situatie in Duitsland was heel slecht en er was daar te weinig voedsel en behuizing.
Ondertussen waren ook Australische regeringsafgevaardigden op bezoek in o.a. Noorwegen om blanke oorlogskinderen en eventueel hun moeders naar Australië over te brengen zodat ze meer 'blanke' inwoners hadden want tijdens de oorlog hadden ze veel mannen verloren. Vanaf 1950 bleek dat er in feite weinig problemen waren met de kinderen en dat de vrouwen in feite onmiddellijk nieuw werk en een nieuwe partner hadden gevonden na de oorlog.
In 2008 kregen die kinderen hiervoor een schadevergoeding van 2000 Euro elk van het Europees Hof voor de Mensenrechten.
In Duitsland en Oostenrijk zelf ging het om zo'n 4000 buitenechtelijke kinderen (50%) in de 11 Duitse instellingen van de SS Lebensborn.
Tevens vonden in Nazi Duitsland ongeveer jaarlijks 700.000 abortussen plaats door alleenstaande vrouwen die zo wilden vermijden dat ze het ouderlijk huis werden uitgezet en/of hun werk zouden verliezen. Himmler sloot de ziekenhuizen die nog abortussen uitvoeren maar dit had weinig invloed. Zijn doelstelling was om het totaal aantal abortussen toch te beperken tot 100.000 jaarlijks. Als alternatief wou hij voorzien in een programma waarbij deze vrouwen anoniem raszuivere kinderen konden afstaan. Naast het opvangen van de buitenechtelijke raszuivere kinderen van SS leden was dit ook één van de bestaansredenen van Lebensborn. Raszuivere kinderen die anders niet zouden geboren worden moesten kunnen worden opgevangen in dit programma.
Maar dit bleek niet voldoende en dus werden tussen 20.000 en 200.000 kinderen tijdens WOII door de nazi's gestolen vanop straat of uit het ouderlijk huis in Oost-Europa omdat ze 'raszuiver' leken (Eindeutschungsaktionen). Himmler wou alle raszuivere kinderen uit de bezette gebieden en zeker uit de Lebensraum in Oost-Europa naar Duitsland overbrengen omdat men er de historische bakermat van het jodendom wou vernietigen. Gunther Tesch van de Juridische Dienst van Lebensborn was hiervoor verantwoordelijk. Sommige kinderen werden tijdelijk opgevangen in de tehuizen van de organisatie. Het is onmogelijk om over elke groep kinderen precies te zijn omdat veel archieven hierover werden vernietigd door de Nazis.
De kinderen die uiteindelijk niet 'Germaans' genoeg waren of zich bleven verzetten tegen de nieuwe ouders, school of omgeving werden naar de concentratiekampen gestuurd. Slechts 25.000 kinderen konden na de oorlog teruggestuurd worden naar hun biologische ouders door de geallieerden.
De diensten van Lebensborn moesten zowel toezien op de aantrekkelijkheid van Lebensborn voor de mogelijke raszuivere kandidaten als voor de SS Nazi opvoeding en scholing van de 'Kinderen van Hitler' die er geboren werden.
De natuurlijke ouders kregen een pensioen uitbetaald en de SS zocht een job in de administratie voor alleenstaande vrouwen. Om de anonimiteit te garanderen had de SS een systeem van adresvervalsing opgezet maar omdat de SS een staat binnen de staat was vormde dit geen probleem. Meestal moesten de vrouwen zelf een paar jaar voor de kinderen zorgen en werden voor Himmler persoonlijke rapporten opgemaakt over hun moederlijk en raszuiver gedrag
De kinderen die er geboren werden kregen een attest van 'Arisch zijn' waardoor ze later in speciale Nazi scholen konden worden ingeschreven en zelfs naar de SS konden gaan. Ze konden ook geadopteerd worden door 'raszuivere' Germaanse gezinnen. Dit kon enkel indien Himmler hiermee uitzonderlijk zelf mee instemde en gebeurde slechts een 100tal keren.
Het kind kreeg ook een Arische voornaam tijdens een Arische SS ceremonie waarbij ook de vrouwen werden opgenomen in de SS familie nadat ze de SS eed van trouw hadden afgelegd (Mijn eer is mijn loyaliteit). Die eed blijkt nog altijd een zeer belangrijke psychologische rol te spelen. De ouders moesten zweren dat de kinderen levenslang trouwe SS Nazi zouden blijven. In plaats van een kruis kregen de baby's een nazi dolk als kruisiging. De jongens kregen namen van Noorse krijgsheren terwijl de namen van de meisjes zuiverheid moesten uitstralen.
Foto van zo'n SS naamceremonie
Nuremberg
De verantwoordelijken voor Lebensborn hebben op het proces van Neurenberg de rechtbank kunnen overtuigen dat dit in feite een caritatieve instelling was. Het ging om de beheerder Max Sollmann en zijn assistente Inge Viermetz, de medische chef Grebor Ebner en het hoofd van de Juridische Dienst Gunther Tesch. Dit was ook het geval voor het proces van Ulrich Greifelt op 20 oktober 1947 (Case VIII) dat uitgesproken werd op 10 maart 1948.
"It is quite clear from the evidence that the Lebensborn association, which existed long before the war, was a welfare institution, and primarily a maternity home [... and] that of the numerous organizations operating in Germany who were connected with foreign children brought into Germany, Lebensborn was the one organization which did everything in its power to provide for the children and protect the legal interests of the children placed in its care" (Trials of the War Criminals before the Nuremberg Military Tribunals, vols IV and V, Washington 1950)
Nieuwe juridische procedures over de Lebensborn werden ingezet tussen 14 februari en 15 maart 1950 in de Hauptspruchkammer die de belangrijkste de-nazificatie rechtbank van Munchen was.
In 1955 vroeg het Duits parlement de Bundestag meer informatie aan de Duitse Minister van Binnenlandse Zaken over het lot van de kinderen van Lebensborn.
Lebensborn in België
Het Lebensborn (Levensfontein) programma had 1 kraamkliniek in België terwijl er in Vlaanderen een andere SS kraamkliniek was dat officieel geen deel uitmaakte van Lebensborn maar wel op dezelfde manier functioneerde. Men dient het aantal opgevangen kinderen wel te relativeren ten opzichte van de geschatte 20.000 kinderen die tijdens de bezetting werden geboren met Nazi vaders.
Het enige officiële Lebensborn centrum van de SS in België is in Wolvertem (Meise). Het is de amateur historicus Boris Thiolay die hier veel onderzoek heeft over gedaan.
Maar omdat het zowel afgelegen ligt als dicht bij Brussel en Luik en een verbinding had met de grote autostrades naar Frankrijk, Nederland en Duitsland was het de ideale plaats voor de belangrijkste SS kraamkliniek in België
Het kasteel van Wegimont (Soumagne) ligt in de Ardennen en wordt door de Nazi's ook 'Ardennen' genoemd. De eerste grondvesten dateren van de 15e Eeuw en wordt redelijk verwoest door de oorlog in 1636. Het wordt uiteindelijk het eigendom van de adel d'Oultremont tot 1920 wanneer ze het verkopen aan de provincie Luik. Deze weet niet goed wat er mee te doen tot in 1938. Dat jaar wordt het betaald verlof voor het eerst ingevoerd en men maakt van het domein met zijn 18 hectares een vakantiecentra voor families. Leopold III komt het inhuldigen.
Het werd door de Nazi's in november 1942 ingenomen en herbouwd zodat het vanaf 1943 effectief dienst kon doen als kraamkliniek. Deze laattijdige oprichting had er vooral mee te maken dat de interesse van Lebensborn voor Frankrijk en het Franse Ras eerst vooral miniem was omdat het teveel vermengd zou zijn met andere rassen (lees buitenlanders).
Dit veranderde toen omwille van 2 redenen.
De oprichting van twee lokale SS divisies in België (het Vlaamse Langemarck en de Waalse Rex divisie) betekende dat er 20.000 SS soldaten in België actief zijn wat een interessante 'biologische basis' s was voor een dergelijk project. Om toe te kunnen treden tot de SS moest je immers aan bepaalde fysische en Germaanse vereisten voldoen.
Ondertussen waren er tussen 1940 en 1942 in Frankrijk al zo'n 50.000 baby's geboren van Duitse soldaten en Franse vrouwen. Tevens stelden ze vast dat vrouwen in Noord-Frankrijk toch Germaans genoeg zouden kunnen zijn opdat hun kinderen zouden kunnen worden opgenomen. In mei 1942 schreef de Duitse Staatssecretaris voor Gezondheid Leonardo Conti aan Himmler dat die kinderen niet slecht waren en dat Lebensborn zich er actief mee zou moeten bezighouden (om er goede nazi soldaten van te maken weliswaar).
De leiding over het kasteel werd waargenomen door SS commandant Walter Lang en adjunct Kapitein Pletsch. De hoofdverpleegster was Margarethe Petrowska en ze werd bijgestaan door Kraamvrouw Fanny Montulet uit Luik en Inge Viermetz (zie foto hieronder) samen met jonge helpsters en verpleegsters. Er werkten in het totaal zo'n 15 Belgische vrouwen en 3 mannen naast de dokters en gynaecologen uit Soumage en Luik maar de meesten werden wel opgevorderd.
Het kasteel werd bewaakt door een detachement van de Waffen-SS.
Het kon een 15tal zwangere vrouwen en een 30tal baby's opvangen. De eerste geboorte vond plaats op 20 maart 1943. In totaal werden er in 1943-1944 zo'n 40 baby's geboren. Deze kwamen uit België (veel Vlamingen), Nederland en Noord-Frankrijk.
De vrouwen die er verbleven kregen er ook lessen hygiëne, huishouding en babyvoeding naast enkele avonden per week ideologische nazi vorming. De conflicten vonden er vooral plaats tussen de echtgenotes van SS officieren en jonge Belgische vrouwen die zwanger werden van een gewone SS soldaat waarbij deze eerste vooral meer privileges en onderdanigheid hadden verwacht. Nochtans hadden ze allemaal de vereiste Germaanse kenmerken.
Maar het plan leek wel helemaal fout te zullen aflopen.
Er was geen inwonende dokter terwijl dit centrum toch de toekomstige generatie SS soldaten had moeten leveren.
Ten tweede overleed een eerste baby in september 1943 wegens ondervoeding en op 3 november overleed de enige baby van Germaanse ouders door verstikking waarna Lang de Belgische opgevorderde verpleegsters ontsloeg en ze verving door Nazi verpleegsters. Uit medisch onderzoek bleek dat het kind wel degelijk wegens zuiver medische redenen is overleden en niet door een moorddadige actie. Toen het kind werd begraven werd een discours uitgesproken door een SS officier over de grootsheid van het Duitse rijk en dat hij zo triestig was om een toekomstig Nazi soldaat te hebben verloren.
In 1944 dreigde er trouwens een epidemie van dysenterie in de omgeving van het kasteel dat door de vele vijvers nog meer kwetsbaar was.
Omdat seksueel contact op het kasteel niet altijd hygiënisch was kregen o.a. adjunct Pletsch en de Vlaamse SS Overbeck syfilis alsook sommige vrouwelijke personeelsleden. Er waren wel geruchten dat SS officieren een bezoek brachten aan het kasteel om te genieten van de vrouwen na hun oorlogsvoering. In het algemeen bleef het personeel zeer discreet over wat op het kasteel gebeurde. 'What happens in the castle, stays in the castle'
Zeker 1 opgenomen kind, Walter Beausert was het resultaat van dergelijke contacten.
De Duitse toezichthouders - waaronder Gregor Ebner de SS generaal die Medische Chef was van de organisatie Lebensborn - waren zeer ontevreden over de werking van Wégimont en vooral over de Belgische werknemers die ze ervan verdachten alles in het werk te stellen om de geboortes van Arische kinderen te saboteren omdat het er zo vuil was en het personeel totaal niet gemotiveerd was alsof het hen allemaal niets kon schelen.
Op 1 september 1944 werd de kraamkliniek ontruimd en werden 12 baby's en enkele moeders (maar niet alle) verhuisd naar eerst Wiesbaden en nadien naar Schalkhausen en Steinhöring waar de laatste Lebensborn baby wordt geboren op 3 april 1945.
Het kasteel Wegimont was ondertussen door de 3e tankdivisie van het Amerikaans leger op 7 september 1944 ingenomen en werd eerst gebruikt als gevangenis voor Nazi's en dan als ontspanningsoord en QG. Bij de ontdekking van de kraamkliniek noemden de Amerikaanse soldaten het trouwens de "baby factory".
Op 3 mei 1945 kwam de 3e divisie van het Amerikaans leger aan in Steinhöring waar ze een paar verpleegsters en ongeveer 300 kinderen tussen 6 maanden en 6 jaar in een staat van ondervoeding en ziekte vonden. Het belangrijke Lebensborn huis had het SS symbool op de poort en een standbeeld van een geïdealiseerde Arische vrouw die borstvoeding geeft. Vandaag is het een centrum voor gehandicapte kinderen. Van 162 kinderen vinden ze de Volks Duitse ouders terug. Indien mogelijk werden de kinderen herenigd met andere kinderen of in een gespecialiseerd centrum van de UN opgenomen. Omdat de Belgische kinderen blijken te reageren op de Franse naam of een Franse naam hadden werden ze overgebracht naar de Franse bezettingstroepen van Duitsland dat niet op de hoogte was van het Babycentrum in de Ardennen.
Sommige kinderen van Wégimont werden daarom nadien in Commercy (Frankrijk) in een weeshuis geplaatst in mei 1946 omdat de plaatselijke prefet zeer snel bereid was om een 50 tal kinderen op te nemen. Ze kregen een jaar later de Franse nationaliteiten maar de germaanse namen werden verfranst.
Dit is het verhaal van Gisèle Niango die in Wegimont werd geboren als kind van een Hongaarse vluchtelinge die in Wégimont woonde en zwanger werd van een Nazi en om aan de woede van haar ouders te ontsnappen in het kasteel werd opgenomen. Gisèle werd uiteindelijk op het einde van de oorlog naar Duitsland meegenomen en later naar Frankrijk overgebracht waar ze uiteindelijk werd geadopteerd door een gezin uit Jouy-sous-les-Côtes, een dorpje aan de Meuse. Ze ontdekte de waarheid slechts veel later na een lange zoektocht naar de documenten.
De kinderen zelf werd niets verteld over hun 'onstaansreden' en het Lebensbornprogramma waar ze deel van hadden uitgemaakt om hen een leven te bieden zonder deze loodzware geschiedenis. Velen waren ondertussen 70+ toen ze het voor het eerst toch ontdekten en schrokken omdat ze op latere leeftijd er helemaal niet blond of perfect uitzagen. Ze zijn in feite het levende bewijs dat een Arisch Ras niet bestaat en niet kan gemaakt worden. Y
De Lebensborn baby's zijn één van de enige categoriën waarvan het lijden nog niet door de Duitse Staat werd erkend. In 2012 werden trouwens nog 467 spaarboekjes ontdekt die de organisatie Lebensborn had geopend voor sommige baby's en die actief waren gebleven tot 1978 zonder dat de betrokkenen hiervan op de hoogte waren.
Het SS Kinderhuis in Wolvertem (Meise)
In de deelgemeente Wolvertem van Meise lag het kasteel 'Nerum de Levedale' dat in Vlaanderen de SS kraamkliniek was vanaf november 1942 voor de vrouwen van de Wehrmacht die gelegerd waren in Vlaanderen. Het lag niet ver van de weg tussen Brussel en Antwerpen. Het was de eerste echte Kraamkliniek voor het Duitse leger waarna de SS het nodig vond om haar eigen kraamkliniek op te richten in Wallonië. De Wehrmacht en de SS waren trouwens in een hevige concurrentiestrijd om de macht in bezet België waarbij uiteindelijk de Wehrmacht steeds meer invloed zou verliezen
Het centrum werd per ongeluk ontdekt door het onderzoek van amateur historicus dokter Yves Louis die op zoek was naar informatie over de rol van zijn grootvader tijdens WOII.
Er waren elders nog enkele van deze kraamhuizen maar ook deze behoorden niet tot de Lebensborn organisatie maar waren als netwerk eerder in concurrentie met de ideologische kraamklinieken. Ze gebruikten wel dezelfde procedures als Lebensborn.
Nanna Pauli Conti was Reichshebammenführerin (leidster van de kraamvrouwen) tussen 1933 en 1945 en organiseerde deze kraamverpleegsters in België voor de Duitse bezettingsmacht. Ook haar zoon Léonardo Conti had als chef van de Gezondheidsdiensten van het Rijk (Reichsgesundheitsführer) nauwe contacten met Lebensborn. In België werd ze bijgestaan door Dr Holm Oberstabszart die vroeger in ziekenhuis Brugmann werkte.
Belgische Kinderen in Franse Lebensborn kliniek
Zouden er kinderen van Belgische moeders geboren zijn in een Lebensborn kliniek in Lamorlaye een kleine gemeente in het zuiden van Oise, tussen Île-de-France en Picardie. Het ligt niet ver van Parijs en het gebouw is verborgen in het bos Larris. Hier werden ook kinderen van Franse en Nederlandse moeders geboren. Deze Lebensborn kraamkliniek is de laatste die werd geopend op 6 februari 1944 en zal slechts 185 dagen open blijven en zal slechts 23 baby's opleveren. Op 10 augustus 1944 moeten ze vluchten voor de oprukkende Amerikaanse troepen en komen de baby's na opeenvolgende kraamklinieken ook terecht in de hoofdkliniek in München.